ZES MISVERSTANDEN OVER GENDERDYSFORIE
1. Het meest hardnekkige misverstand is misschien wel dat transgenders vrouwen zijn die liever man hadden willen zijn of mannen die liever vrouw willen zijn. Geen onbegrijpelijk misverstand overigens want mensen die aan genderdysforie lijden, voelen zich zeer ongemakkelijk en onbehaaglijk over hun aangeboren biologische geslacht. Het woord ‘dysforie’ zegt het al. Dat is het tegenovergestelde van ‘euforie’ en erg vrolijk word je daar dus niet van. Toch is het verkeerd om te zeggen dat biologische vrouwen met genderdysforie liever een man willen zijn. In zekere zin zijn ze het al, dat is nu net het probleem; hun hersens geven het signaal af dat ze ‘eigenlijk’ man zijn ook al is er niemand die dat ziet.
Betekent dit dat mensen met genderdysforie gewoon ‘niet goed bij hun hoofd zijn’? Dat is maar net hoe je het bekijkt. Gebleken is in elk geval dat genderdysforie, net zoals homoseksualiteit, via therapie niet is te ‘genezen’. Dit zet ik inderdaad tussen aanhalingstekens want je kunt nu eenmaal niet iedereen die afwijkt van de norm bestempelen als ziek of krankzinnig.
Hoewel het begrijpelijk is, is de misvatting dat transgenders vrouwen zijn die liever man willen zijn en vice versa wel gevaarlijk. De reden hiervoor is dat de meest voor de hand liggende kritiek op transgenders hierop gebaseerd is. 'Het gras aan de andere kant is altijd groener' wordt dan gezegd, of 'lieverkoekjes worden niet gebakken!' Maar het is dus niet zo dat je het één liever wilt zijn dan het ander, het punt is dat innerlijk en uiterlijk niet met elkaar kloppen. En dat levert meer problemen op dan je zo op het eerste gezicht zou vermoeden, zowel op seksueel als op emotioneel vlak, maar ook in het sociale en maatschappelijke verkeer.
2. Een ander hardnekkig misverstand is dat alleen extreem jongensachtige vrouwen of supervrouwelijke mannen transgenders kunnen zijn. Het gaat echter niet om de vraag hoe jongensachtig en stoer iemand is. Er zijn genoeg vrouwen die jongensachtig of mannelijk zijn en zich volstrekt gelukkig voelen met het feit dat ze vrouw zijn. Zoals ik hierboven al schreef komt het innerlijk van transgenders niet overeen met hun uiterlijk. Dit is niet alleen een kwestie van gevoel, maar ook van allerlei observaties en gedachten. Door die grote discrepantie weten veel transgenders niet goed hoe zich te kleden en te gedragen.
3. Het derde misverstand is dat transgenders zeer ontevreden over hun uiterlijk zouden zijn. Op de ‘zeurkalender 2015’ van Peter van Straaten staat een tekening van een opvallend onaantrekkelijke vrouw met de tekst: 'Ik ben in het verkeerde lichaam geboren. Ik had graag mooi willen zijn.' Dit zou een leuke grap zijn geweest als er een kern van waarheid in zat, maar zo zit het niet; genderdysforie heeft niets te maken met onvrede over het eigen uiterlijk.
4. Het vierde misverstand luidt dat genderdysforie modieus gedoe is.
Het klopt inderdaad dat je vroeger veel minder over genderdysforie hoorde. Wat dat betreft zijn er inmiddels wel enkele taboes doorbroken. Maar aangezien genderdysforie - zoals het er naar uitziet - tijdens de zwangerschap van de moeder ontstaat en de meeste foetussen niet weten wat in de mode is en wat niet, snijdt deze opvatting toch echt geen hout.
Waarschijnlijk zit het zo: het brein van de foetus ontwikkelt zich de ene kant op, terwijl het lichaam juist een andere afslag neemt, en zo word je geboren met een mannelijk brein en een vrouwelijk lichaam, of andersom. Het is een ellendige conditie, waar tegenwoordig gelukkig, via het toedienen van hormonen en door operaties iets aan valt te doen. Niet alle transgenders willen dit ook. Genderdysforie bestaat in verschillende vormen. Sommige mensen kunnen hun eigen lichaam of hun spiegelbeeld echt niet verdragen en zijn doodongelukkig op seksueel en relationeel vlak. Anderen hebben vooral moeite met de manier waarop anderen hen bejegenen en bloeien al helemaal op als ze - voor de buitenwereld - het uiterlijk hebben van het andere geslacht. Voor anderen is veel meer nodig: zij voelen zich al stukken beter als ze de juiste hormonen krijgen toegediend waardoor ze beter in balans zijn. Anderen kiezen voor een of meer operaties. Weer anderen willen dit allemaal niet. Als ze maar geaccepteerd worden zoals ze zijn.
Wie denkt dat het een modeverschijnsel is, onderschat de heftige problematiek van transgenders. Zij doen vaak jarenlang veel moeite om ondanks hun ellendige positie “normaal” over te komen en te functioneren. Maar dat betekent niet dat dit ook lukt, of dat het probleem daarmee weg is. Het is alleen onzichtbaar voor anderen.
5. Het vijfde misverstand is dat ‘je het altijd blijft zien’, dat ook mensen die een transitie hebben ondergaan nog steeds geen ‘echte man’ of ‘echte vrouw’ zijn.
Alleen mensen die nauwelijks of geen transgenders kennen, zeggen ‘je blijft het zien’, logisch want van degenen bij wie je het niet ziet, weten ze het niet. Vergis je niet; verreweg de meeste mensen die ooit een transitie hebben ondergaan zwijgen daar angstvallig over. Of het nu in de mode is of niet, je blijft wel erg kwetsbaar.
Verder is het erg naïef om vast te blijven klampen aan de illusie dat we alle mensen kunnen opdelen in ‘echte mannen’ en ‘echte vrouwen’, en dat daarover geen twijfel kan bestaan. De meeste mensen zitten er ergens tussenin, en dan heb ik het niet alleen over hermafrodieten. Je genderidentiteit heeft nu eenmaal net zoveel te maken met je hersens als met je geslachtsdelen.
En of je het blijft zien? Bij sommige mensen misschien wel, maar ik heb inmiddels veel transmannen ontmoet van wie je je niet kunt voorstellen dat zij ooit zijn geboren als vrouw. Door het gebruik van testosteron verandert je lichaamsbouw, maar ook je gezicht daadwerkelijk in dat van een man. Dat duurt echter wel een flinke tijd, soms een paar maanden, soms een paar jaar. Net als bij ‘gewone mannen’ zijn er verschillen, ook in breedte, baardgroei en stem. Sommige mensen krijgen een adamsappel, sommigen nauwelijks of niet, sommige transmannen worden snel kaal, anderen weer niet. Via verschillende operaties hoort ook het hebben van een penis en ballen inmiddels tot de mogelijkheden.
6. Het laatste misverstand tot slot is dat het stukken eenvoudiger is om je innerlijk aan je uiterlijk aan te passen dan andersom. Het innerlijk is bij de meeste mensen toch echt bepalend. De mensen die ik ken die de moeilijke beslissing hebben genomen om uiteindelijk in transitie te gaan, blijken allemaal gelukkiger te zijn geworden dan ze ooit zijn geweest.
Als een blinde die voor het eerst in zijn leven kan zien, zo zou ik zelf mijn transitie beschrijven.
Enfin, ik heb hier tot nu toe vooral laten zien wat genderdysforie niet is. Wat het wel is, en hoe het ontstaan is, dat is ook voor de wetenschap nog steeds onduidelijk. Er zijn onderzoekers die menen dat de hersenstructuur van biologische vrouwen met genderdysforie dezelfde is als die van mannen. En er zijn onderzoekers die dit niet bewezen achten. Het lijkt mij ook moeilijk vast te stellen want de ene man is de andere niet, ook daarin zijn verschillen. Er zijn ook aanwijzingen dat genderdysforie genetisch bepaald is omdat er een aantal eeneiige tweelingen bekend zijn die allebei aan genderdysforie lijden, maar ook daarover is de discussie nog niet gesloten.
Voorlopig kan alleen geconstateerd worden dat transseksualiteit, net zoals bijvoorbeeld homoseksualiteit, bestaat. Het behoort domweg tot de geschiedenis van de mensheid. Ik heb er zelf ook lang over gedaan, maar er zit niks anders op dan de werkelijkheid te accepteren zoals die is. Bij transgenders stemmen innerlijk en uiterlijk niet met elkaar overeen. Dat is een feit, en ik ben erg dankbaar dat daar voortaan iets aan te doen is, en erg gelukkig dat ik dit ook heb gedaan.